Meteen naar de inhoud

Blog - Verdriet onder de tafel

Ergens in de maand april, tijdens een zonnige dag, zat ik buiten op een stoel in de felle zon. Met een kop koffie in mijn hand stelde ik mezelf de volgende vraag:


‘’Ben ik nou net zo gelukkig tijdens de coronacrisis als voor de coronacrisis?’’

Ik kwam tot de volgende conclusie: ik heb gewoon geluk. Ik ben zelf (nog) niet ziek geworden. Evenals mijn directe familie. Ik heb werk. Ik studeer. Ik ben gezond. Ik voel me mentaal goed. Draag voor mijn gevoel de zware last van de crisis niet op mijn schouders. Ik leef mee met de mensen die wél die zware last voelen.

Deze crisis kent veel verschillende werkelijkheden. De een treurt vanwege zijn gemiste vakantie. De ander is bang dat hij zijn zaak of baan verliest. De een maakt veel leed mee. De ander nauwelijks. Tot die laatste groep behoor ik.

Ik heb momenteel tijd om in veel nieuwe onderwerpen te duiken. Ik kijk veel documentaires en televisieprogramma’s. Een ding valt me daaraan op. Het gebrek aan verdriet. Ik zie het te weinig. Hoe kan het nou zijn dat, wanneer we ons in de grootste crisis sinds de tweede wereldoorlog begeven, zo weinig verdriet zien? Waarom gaat het heel vaak over de waan van de dag? Waarom is er ruimte voor meningen, boosheid en positief kijken naar de toekomst? Waarom nemen we veel ruimte in beslag om vooruit te kijken zonder stil te staan bij waar we vandaan komen? En waar we eventueel afscheid van moeten nemen?

Laten we een tafel organiseren bij een talkshow waar alleen mensen mogen zitten die vragen stellen en verdrietig mogen zijn. Zonder argumentatie. Gewoon zijn. Ik lees her en der dat aandacht het nieuwe normaal moet worden. Waarom hebben dan juist nu zo weinig aandacht voor wat bij iedereen achter de voordeur speelt? Verlies van familieleden. Verlies van je vrijheid. Verlies van zekerheid. Verlies van de maakbaarheidsgedachte. We raken het allemaal kwijt zonder daarbij stil te staan. Zonder er expliciet afscheid van te nemen.

De coronacrisis trok bijna geruisloos aan me voorbij. Tot dinsdagavond 19 mei. Ik was de talkshow Beau aan het kijken. Daar zat stadsgenoot Anna (19) aan tafel. Zij maakt onderdeel uit van een ondernemersfamilie. In het restaurant Amici D’Italia kom ik graag. Ik heb daar mooie herinneringen van avonden waar je wel bij elkaar aan één tafel mocht zitten.

Begin maart ging het helemaal mis voor Hanneke, de moeder van Anne en hét gezicht van Amici. Corona sloeg genadeloos toe waardoor haar moeder inmiddels zeven weken op de intensive care ligt. Anna van 19 probeert nu het restaurant overeind te houden, zodat het restaurant nog bestaat wanneer haar moeder terugkeert in Oss. Zij vertelde aan tafel hoe is om afscheid te nemen zonder te weten of het afscheid wordt. Om iedere dag in spanning af te wachten op het telefoontje vanuit het ziekenhuis.

John Lennon zei ooit:

‘’Het leven is wat je overkomt terwijl je andere plannen maakt.’’.

Ik denk dat Anna, net zoals vele andere Nederlanders, deze periode zo ervaren. De crisis overkomt ons en we hebben er maar mee om te gaan. Dat betekent praten over vergezichten en over wat allemaal wel kan. Maar dat betekent ook afscheid nemen en verdrietig zijn over die dingen die niet kunnen of die we kwijtraken.

Het delen van verdriet is een groot goed. Het is een uitlaatklep. Onderdeel van ons menselijk bestaan. Het ontkennen of wegdrukken heeft geen zin. Het komt als een bal onder water weer bovendrijven. Het delen van je verdriet is de start van een verwerkingsproces. Om stil te staan bij wat er in je onderstroom speelt. Verdriet hoort bij deze crisistijd, net zoals alle andere emoties.

Anna legde haar verdriet op die bewuste dinsdagavond wel op tafel. Een groter gebaar had ze in deze ingewikkelde tijd niet kunnen maken. Zij maakte ons deelgenoot van haar verdriet. Een RIVM-getal werd omgezet in een mensenleven. Het werd meteen duidelijk waar Corona de meeste impact maakt, namelijk thuis aan de keukentafel.

Het gesprek aan tafel tussen Beau en Anna wees ons erop dat met een vaccin de crisis niet voorbij is. Dat de schade er al is en onomkeerbaar is. Dat je, hoe jong je ook bent, opgestapeld kunt worden met ongekend verdriet. Dat is wat me raakte op dinsdagavond 19 mei. Machteloos toekijken hoe het virus toeslaat bij je dierbare. Het voelbare verdriet. Niets kunnen doen. Alleen maar hopen.